Vakvisie maatschappijleer
In een wereld die voortdurend verandert en steeds complexer wordt, staat het vak maatschappijleer centraal als voorbereiding op de toekomst. Als leraar maatschappijleer in opleiding beschouw ik het als mijn taak om leerlingen te begeleiden in deze ingewikkelde tijd, gekenmerkt door polarisatie, democratische uitdagingen en mondiale conflicten. In dit artikel lees je mijn visie op het leraarschap en het vak maatschappijleer.
De samenleving verandert continu en wordt steeds complexer. Als toekomstig leraar maatschappijleer zie ik het als mijn taak om leerlingen hier op voor te bereiden. Door de ingewikkelde tijd waarin we leven, denk aan polarisatie, ondermijning van de democratische rechtsstaat en alle mondiale conflicten, is het van belang dat goed burgerschapsonderwijs wordt gegeven. Hierin het vak maatschappijleer een cruciale rol speelt. Dit vak biedt leerlingen namelijk de nodige kennis, vaardigheden en attitudes om betrokken en kritische burgers te worden. Echter, dit kan alleen bereikt worden door een veilig leerklimaat, goed burgerschapsonderwijs en een (vak)bekwame leraar voor de klas.
Het leraarschap
Om te beginnen met het leraarschap. De Wet op het voortgezet onderwijs (2022) bepaalt dat een leraar pedagogisch-didactische kennis, inzicht en vaardigheden moet hebben en vakbekwaam dient te zijn. In de context van maatschappijleer betekent dit dat de leraar bekwaam moet zijn in het onderwijzen van de doelen en functies van maatschappijleer: politieke en maatschappelijke geletterdheid, politiek en maatschappelijk oordeelsvermogen en het vermogen tot politieke en maatschappelijke participatie (Olgers, z.d.). Als basis hieraan liggen de algemene doelstellingen van het onderwijs, namelijk het aanleren van kennis, vaardigheden en attitudes.
Het is van belang dat leerlingen de verworven kennis, vaardigheden en attitudes kunnen inzetten, zowel binnen als buiten het klaslokaal. Hier moet een democratische gezindheid aan ten grondslag liggen. De democratie moet het fundament van maatschappijleeronderwijs zijn (Van den Boorn, 2021). De school is een soort minimaatschappij; dé juiste plek om te oefenen met samenleven (Eidhof, 2020). Om goed te kunnen oefenen in die minimaatschappij is het in mijn optiek van belang dat maatschappijleer gegeven worden door leraren met een bevoegdheid in maatschappijleer, zoals ook de NVLM bepleit (NVLM, 2023; NRC, 2019). Deze leraren weten immers hoe ze leerlingen de algemene en vakspecifieke kennis en vaardigheden moeten bijbrengen of aanleren.
Bij het leraarschap komen ook sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden kijken, met name in relatie tot de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van leerlingen. Neem bijvoorbeeld het bevorderen van inclusief onderwijs. De leraar heeft de verantwoordelijkheid om een inclusieve omgeving te creëren, waarin tolerantie de boventoon voert en leerlingen elkaar kunnen accepteren. In de lessen maatschappijleer kunnen bijvoorbeeld ethische kwesties, waardeonderwijs en cultuur aan bod komen. Leraren spelen dus een belangrijke rol in de vorming van persoonlijkheid en sociale betrokkenheid van leerlingen. Om dat alles te kunnen bewerkstelligen is een veilig leerklimaat noodzaak. Zonder een veilig leer- en leefklimaat kan een leerling zich simpelweg niet optimaal ontwikkelen (wij-leren.nl, 2022). Het is daarom niet zonder reden dat een bekwame leraar, volgens de Wet op het voortgezet onderwijs (2022), pedagogische vaardigheden dient te hebben. En dat onderstreep ik, zeker met betrekking tot het maatschappijleeronderwijs.
Het vak maatschappijleer & burgerschapsonderwijs
Zoals al eerder geschreven, in mijn optiek is maatschappijleer cruciaal binnen het burgerschapsonderwijs. Dit in tegenstelling tot de standpunten van sommige politieke partijen, waar er één bij de recentste verkiezingen zelfs de grootste is geworden (Kiesraad, 2023). Volgens hen zou onderwijs in politiek en maatschappij niet thuis horen in een schoolvak, of überhaupt in het onderwijs (PVV, 2023). Gevolg is dat leerlingen na enkele jaren basisvorming in het voortgezet onderwijs nog niet eens het verschil kunnen uitleggen tussen parlement en regering. Bizar! Daarom ben ik van mening dat politiek en maatschappijonderwijs juist thuis hoort in het onderwijs.
De taak hiervoor ligt niet enkel bij het vak maatschappijleer. Het vak geeft een eerste inleiding in de grondbegrippen en benaderingen van de sociale wetenschappen zijn erin terug te vinden, naast educatie tot burgerschap. Een aantal andere (sociale) vakken, zoals Nederlands, aardrijkskunde, economie, levensbeschouwing, filosofie en geschiedenis levert ook een belangrijke bijdrage in het burgerschapsonderwijs (Olgers, z.d.).
Gevolg is dat leerlingen na enkele jaren basisvorming in het voortgezet onderwijs nog niet eens het verschil kunnen uitleggen tussen parlement en regering. Bizar!
Samengevat geloof ik dat maatschappijleer een belangrijk vak is dat leerlingen voorbereidt op actief burgerschap in een complexe en veranderende samenleving. Door middel van het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en attitudes streef ik ernaar om leerlingen te helpen ontwikkelen tot geïnformeerde, kritische en betrokken burgers die actief bijdragen aan de samenleving. Het is een mooi en boeiend vak dat steeds verandert door maatschappelijke veranderingen. Mede daarom denk ik dat ik nooit uitgekeken zal raken op maatschappijleer.